Schildklierdiagnostiek

Natuurlijke schildkliermedicatie is al meer dan 100 jaar een effectief geneesmiddel voor miljoenen patiënten wereldwijd

VGNS vindt dat de momenteel gebruikte richtlijnen en argumenten tegen het gebruik van natuurlijk schildklierhormoon niet voldoende steekhoudend zijn en bovendien het gezondheidsbelang van veel patiënten groot onrecht aandoen lees meer...


 

Diagnose volgens Nederlandse richtlijnen

on maandag, 03 maart 2014.

De TSH-test

Volgens de Standaard Schildklieraandoeningen is bepaling van het TSH dé screeningtest voor de schildklierfunctie. Bij vermoeden van een niet goed functionerende schildklier zal de arts een TSH-test doen. Daarbij worden de volgende normaalwaarden gehanteerd (deze waarden kunnen enigszins variëren per laboratorium): TSH 0,4 – 4,0 mU/l
Een normale TSH-concentratie sluit een schildklierfunctiestoornis praktisch uit. Een afwijkende uitslag is reden voor verdere diagnostiek

Is de TSH lager dan 0,4 dan zou er sprake zijn van hyperthyreoïdie, te snelle schildklierfunctie.
Is de TSH hoger dan 4,0 dan zou er sprake zijn van hypothyreoïdie, te trage schildklierfunctie.

De richtlijn is bepalend

Volgens de NIV, de Nederlandse Vereeniging van Internisten,  staat de sensitieve bepaling van het serum TSH centraal bij de beoordeling of er sprake is van een stoornis in de schildklierhormoonhuishouding. Een normale TSH-waarde sluit een schildklierstoornis vrijwel uit (negatief voorspelbare waarde 99,7 %). Dit staat kunt u lezen op pagina 2 van de samenvatting van de richtlijn.

De richtlijn van de NIV is bepalend voor de protocollen waar huisartsen mee werken. In de NHG-standaard schildklieraandoeningen van de huisartsen staat: Bepaling van het TSH is dé screeningtest voor de schildklierfunctie. Een normale TSH-concentratie sluit een schildklierfunctiestoornis praktisch uit.
NHG-standaard schildklieraandoeningen

T4, Ft4, T3 en Ft3

Behalve de TSH-test kan de arts aanvullend het gehalte T4, Ft4, T3 en Ft3 in het bloed laten bepalen.

Normaalwaarden (deze waarden kunnen enigszins verschillen per laboratorium)

  • T4:  65 – 160 nmol/l
  • Ft4: 9,0 - 26 pmol/l
  • T3:  1,2 – 3,0 nmol/l
  • Ft3: 3,0 – 8,0 pmol/l

Testen op antilichamen

Met de TPOAb-test en de TgAb-test wordt bij vermoeden van de ziekte van Hashimoto getest op aanwezigheid van antilichamen.

Natuurlijke schildkliermedicatie is al meer dan 100 jaar een effectief geneesmiddel voor miljoenen patiënten wereldwijd.
Ondersteun het werk van de VGNS en word lid!